Waarom beroep doen op een sociaal verzekeringsfonds?
De Overheid heeft voor de uitvoering van de sociale zekerheid in meerdere sectoren een beroep gedaan op privaatrechtelijke partners. Ze besefte dat de gemeenschap nut kon halen uit de actieve medewerking van vrije organisaties.
De zelfstandigen wensen een eigen stelsel van sociale zekerheid, dat beantwoordt aan de eigenheid van het zelfstandig ondernemen en volgen daarbij bewust eigen voorrangregels bij het lenigen van hun verschillende noden.
Zo worden de Sociale Verzekeringsfondsen (SVF) als meewerkende instellingen zeer nauw betrokken bij de uitvoering van de sociale zekerheid voor zelfstandigen.
Die situatie is historisch te verklaren als voortzetting van de rol die deze diensten speelden bij de totstandkoming van de eerste vrije sociale verzekeringen. In de loop van de jaren hebben ze hun doelmatigheid en efficiëntie bewezen. De SVF zijn werkelijk een onmiskenbare schakel bij de verwezenlijking van het sociaal statuut.
Wat is een sociaal verzekeringsfonds?
De Sociale Verzekeringsfondsen zijn private dienstverleners die de juridische vorm hebben van een vereniging zonder winstoogmerk (VZW) en erkend worden door de Overheid met als doelstelling de haar toevertrouwde opdrachten in het kader van het sociaal statuut der zelfstandigen uit te voeren.
De Sociale Verzekeringsfondsen voeren de volgende diensten uit:
• informatie omtrent de het sociaal statuut der zelfstandigen aan de betrokkenen
• advies en bijstand voor het bekomen van rechten inzake pensioen, kinderbijslag en andere vergoedingen. De Sociale Verzekeringsfondsen begeleiden de zelfstandigen die een beroep dienen te doen op de Commissie van Vrijstelling van bijdragen
• inning van de sociale bijdragen
• bijhouden van de loopbaangegevens
• uitbetaling van de volgende rechten: pensioenen, Vrij Aanvullend Pensioen, overbruggingsrecht (voorheen: faillissementsverzekering), moederschapshulp ten gunste van vrouwelijke zelfstandigen
Erkenning
De bevoorrechte positie van de sociale verzekeringsfondsen wordt in de verf gezet door de erkenning die zij ontvangen van de Minister van Middenstand.
Om een erkenning te bekomen moet een sociaal verzekeringsfonds opgericht worden als een vereniging zonder winstoogmerk op initiatief van een representatieve zelfstandigenorganisatie. Een omschrijving van dergelijke organisatie is terug te vinden in artikel 95 van het Koninklijk Besluit van 19.12.1967.
Zij moeten in hun statuten voorzien dat zij de taken volbrengen die aan hen worden opgelegd in het kader van het sociaal statuut van de zelfstandigen.
Enkele cijfers
CIJFERS EN TENDENSEN 2022
(bron : Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen)
- Evolutie van het aantal aangeslotenen per sociaal verzekeringsfonds
Het jaar 2022 wordt, zoals de voorbije jaren, gekenmerkt door een toename van het totale aantal aangesloten zelfstandigen: ze zijn met 1.257.356 (811.281 mannen en 446.075 vrouwen). Dit is een stijging met 26.937 eenheden of + 2,19 % in vergelijking met 2021. Deze groei betreft alle categorieën van aangeslotenen en de bedrijfstakken van de nijverheid, de vrije beroepen en de diensten.
In 2022 daalt het totale aantal starters met 3,07 % vergeleken met het jaar 2021 (124.048 in 2022 / 127.976 in 2021 / 116.597 in 2020).
- Evolutie van het aantal aangeslotenen (zelfstandigen + help(st)ers)
Bij de hoofdberoepen is er een stijging van 786.772 naar 795.282 eenheden (of + 1,08 %). Deze toename geldt zowel voor de mannen in hoofdberoep (van 519.589 naar 525.742 eenheden of + 1,18 %), als voor de vrouwen (van 267.183 naar 269.540 eenheden of + 0,88 %).
Het aantal zelfstandigen in bijberoep stijgt ook in 2022: 323.494 tegenover 313.530 in 2021. De mannelijke bijberoepers kenden een stijging van 178.398 naar 182.433 (+ 2,26 %) terwijl de vrouwelijke bijberoepers een sterkere toename kenden van 135.132 naar 141.061 (+ 4,39 %).
In het jaar 2022 zien we ook een stijging van het aantal zelfstandigen actief na pensioen(leeftijd): van 130.117 in 2021 naar 138.580 in 2022 (+ 6,50 %). De mannen kennen een stijging van 5,96 % (van 97.304 naar 103.106 eenheden), de vrouwen van 8,11 % (van 32.813 naar 35.474 eenheden).
- Evolutie van het aantal zelfstandigen (zelfstandigen + help(st)ers) PER BEDRIJFSTAK
Sommige sectoren blijven groeien, terwijl anderen een daling kennen: De vrije beroepen zetten hun sterk stijgende tendens voort (van 393.878 naar 411.887 of + 4,57 %). De nijverheid kent ook een stijging (van 292.125 naar 301.921 of + 3,35 %). De groei is geringer bij de sector van de diensten: van 86.797 in 2021 naar 87.563 in 2022, of + 0,88 %. De primaire sector daalt met 0,61 %. In de landbouw is er een daling van 0,61 % (van 100.448 naar 99.831) terwijl de visserij quasi op hetzelfde niveau blijft (van 527 naar 528). De handel kent ook een kleine daling van 339.468 naar 338.621, of – 0,25 %.
- Evolutie van het aantal meewerkende echtgenoten
De laatste jaren is het aantal aangesloten meewerkende echtgenoten gedaald. Deze tendens zet zich voort in 2022. Op 31 december 2022 waren 19.221 personen (2.708 mannen en 16.513 vrouwen) aangesloten als meewerkende echtgenoot [ministatuut: 1.873 (79 mannen en 1.794 vrouwen); maxistatuut: 17.348 (2.629 mannen en 14.719 vrouwen)], wat een daling van 1.995 eenheden of – 9,40 % betekent tegenover 2021. Zowel het ministatuut als het maxistatuut tonen een dalende trend: het ministatuut – 439 eenheden of – 18,99 %; het maxistatuut – 1.556 eenheden of – 8,23 %.
- Aantal student-zelfstandigen PER BEDRIJFSTAK
Sinds 1 januari 2017 kunnen de studenten die een zelfstandige activiteit uitoefenen genieten van het statuut student-zelfstandige.
Op 31 december 2022 worden er 8.690 student-zelfstandigen geteld vergeleken met 9.114 op 31 december 2021 (of – 4,65 %). Dit is de eerste keer dat we een daling opmerken sinds de invoering van het statuut.
De top 3 van de sectoren waar we hen terugvinden is identiek aan de volledige groep zelfstandigen. De vrije beroepen zijn het beste vertegenwoordigd met 3.528 student-zelfstandigen (40,60 %). Op de tweede plaats krijgen we de handel met 2.549 eenheden (29,33 %) en op de derde plaats de nijverheid met 1.408 student-zelfstandigen (16,20 %).
De verdeling per leeftijd toont aan dat de studenten vanaf 20 jaar oud het meeste gebruik maken van dit specifieke statuut.
- Evolutie van het aantal aangeslotenen en het aantal starters VOLGENS DE NATIONALITEIT
Op 31 december 2022 noteren we 164.219 aangesloten zelfstandigen en helpers van vreemde nationaliteit. Vergeleken met 2021 gaat het over een stijging met 3.380 eenheden of + 2,10 %. De Roemeense, Nederlandse en Franse nationaliteiten zijn het sterkst vertegenwoordigd. Het aantal Roemenen is gestegen vergeleken met 2021 (een stijging van + 4,14 %: van 40.671 in 2021 naar 42.355 in 2022). Vergeleken met vorig jaar kent het aantal Nederlanders ook een stijging (van 19.828 in 2021 naar 20.142 in 2022 of + 1,58 %). Vergeleken met 2022 stellen we ook een kleine stijging vast van het aantal Fransen (van 18.444 in 2021 naar 18.832 in 2022 of + 2,10 %).
In 2022 begonnen 34.631 personen met een vreemde nationaliteit met een zelfstandige activiteit. Hun aantal is gestegen vergeleken met het jaar 2021. Zij vertegenwoordigen 27,92 % van het totaal aantal starters (124.048 eenheden) wat meer dan 1/4 is (26,71 % in 2020 en 26,05 % in 2021). Onder de groep niet-Belgische starters blijft de Roemeense nationaliteit in 2022 de 1ste plaats bezetten in de rangschikking van “grootste vertegenwoordiging van niet-Belgische nationaliteit” met 13.055 starters. Vergeleken met 2021 (12.497 Roemeense starters) betekent dit een stijging van 4,47 %. In dezelfde rangschikking bekleedt Nederland nog steeds de 2de plaats ondanks een kleine daling (van 2.619 in 2021 naar 2.586 in 2022 of – 1,26 %). Frankrijk staat nu op de 3de plaats (van 2.496 in 2021 naar 2.455 in 2022 of -1,64 %).
- Evolutie van het aantal verzekeringsplichtige vennootschappen
Op 2 jaar tijd bedraagt de stijging bij de verzekeringsplichtige vennootschappen die de jaarlijkse bijdrage verschuldigd zijn bijna 60.000 eenheden (597.771 in 2020 / 627.057 in 2021 / 655.108 in 2022).
Het aantal failliete vennootschappen stijgt weer: 6.443 in 2022 tegen 4.513 in 2021.
- Spreiding van het aantal gepensioneerden volgens het geslacht en de aard van het pensioen
In de regeling voor zelfstandigen neemt het totale aantal gepensioneerden toe van 572.756 in 2021 tot 583.474 in 2022 (tellingsdatum = 1 januari).
De toename van het aantal gepensioneerde zelfstandigen komt voor bij de personen die een rustpensioen met tarief als alleenstaande genieten (zowel bij de gehuwden als de niet-gehuwden), als bij zij die een rust- en overlevingspensioen ontvangen. We zien daarnaast een daling van de rustpensioenen aan het gezinstarief, en de overlevingspensioenen en overgangsuitkeringen.
Sector VSVZ
De sector van de sociale verzekeringsfondsen voor zelfstandigen in België speelt een cruciale rol in het ondersteunen en beschermen van ondernemers en zelfstandigen. Deze fondsen vormen een essentieel onderdeel van het Belgische socialezekerheidsstelsel en bieden een breed scala aan diensten en voordelen aan zelfstandige professionals.
De voornaamste functie van de sociale verzekeringsfondsen voor zelfstandigen is het beheer van sociale bijdragen die door zelfstandigen worden betaald. Deze bijdragen dragen bij aan de opbouw van sociale rechten, zoals gezondheidszorg, pensioen, arbeidsongeschiktheidsverzekeringen etc. Het systeem is ontworpen om de risico’s en uitdagingen waarmee zelfstandigen geconfronteerd kunnen worden, te verlichten en hen een zeker vangnet te bieden.
Naast het administratieve aspect spelen deze fondsen ook een rol in het verstrekken van informatie en advies aan zelfstandigen. Ze helpen bij vragen over bijvoorbeeld sociale rechten, administratieve procedures en belastingen. Ze fungeren als een bron van ondersteuning om zelfstandige ondernemers te helpen navigeren door de complexe regelgeving en verplichtingen.
Kortom, de sector van de sociale verzekeringsfondsen voor zelfstandigen in België draagt bij aan het creëren van een sociaal vangnet voor zelfstandigen en speelt een sleutelrol in het ondersteunen en faciliteren van het ondernemerschap in het land.